Projecten TMC

Hieronder vindt u de verslagen van pas gerealiseerde projecten aan de baan van de TMSC:
1. Villa Ledeboer/Pension Kleiboer
2. IJsselcentrale
3. Renovatie Stationsplein Hengelo

1. Villa Ledeboer/Pension Kleiboer.

Gerealiseerd door Cor Schreuder en Willem Jager oktober 2023


Korte geschiedenis van de villa Ledeboer, later pension Kleiboer in Enschede
door Willem Jager

Ansichtkaart van de ‘Hengelosche straat’, met op de achtergrond over het spoor de villa Lede­boer (ca. 1908)
[Foto: enschedeinansichten.nl]

Het model op de rand van de clubbaan. Door de afgesneden hoek kunnen bezoekers in de villa naar binnen kijken.
[Foto van de auteur]

De villa Ledeboer, later vooral bekend als pension Kleiboer, stond op de hoek van het huidige kruis­punt van de Deurningerstraat met de Molen­straat in Enschede. Het pand werd na de grote stadsbrand van Enschede in 1862 gebouwd als kantoor annex magazijn voor de textielfirma Stroink & Co.

Na de ontbinding van dit bedrijf kwam Molenstraat 1 in handen van Abraham Ledeboer, firmant bij Van Heek. Hij verbouwde het kantoor tot woonhuis en ging er in 1896 met zijn gezin wonen. In de jaren 1920 verhuisde zijn weduwe Auguste Ledeboer-Harting permanent naar het zomerverblijf van de familie. Het pand aan de Molenstraat werd verhuurd aan Jacob Kleiboer. Die gebruikte het eerst als woonhuis en kantoor, maar begon er in de oorlogsjaren ook een pension. Het gebouw staat bij oudere inwoners van Enschede dan ook nog steeds bekend als ‘pension Kleiboer’.
De fraaie villa werd uiteindelijk in 1972 gesloopt ten behoeve van aanpassing van kruising Molenstraat – Deurningerstraat.

Maar het gebouw is sinds kort terug, in de vorm een schaal-model op de clubbaan van de Twentse Modelspoorclub (TMC) in gebouw Prismare in Enschede. Dit model op schaal h0 (1:87) werd in de periode januari – oktober 2023 gebouwd door Cor Schreuders en Willem Jager.

De buitenkant is op basis van oude tekeningen en foto’s zo precies mogelijk nagemaakt. Door een afgesneden hoek en door de ramen kunnen bezoekers naar binnen kijken. Daarom heeft de villa ook een volledige inrichting gekregen. Dit interieur (en de tuin) zijn overigens grotendeels verzonnen; daar waren geen foto’s van beschikbaar.

Het gebouw en de inrichting zijn vrijwel volledig zelf gemaakt. Alleen voor de dakbedekking, een klein deel van de meubels en wat planten in de tuin zijn kant en klare producten uit de handel gebruikt.

Klik hier voor een uitgebreidere versie van de geschiedenis van het gebouw

Klik hier voor nadere informatie over het model en de gebruikte methoden en materialen

2. Ijsselcentrale

Gerealiseerd door: Paul Busscher, Anne Haverkamp, Rudi Bettman en Ben Vreeman nog steeds in uitvoering.

Model van IJsselcentrale Hengelo op de baan van de Twentse Modelspoorwegclub

De IJsselcentrale is het grootste en hoogste gebouwencomplex op de clubbaan. 
Er wordt sinds 2020 aan gebouwd door een wisselende groep clubleden. Ook in 2024 wordt dit stuk van de baan nog verder uitgebreid en verfraaid.

Meer informatie over de geschiedenis van de IJsselcentrale is hier te vinden.
Aanvullende technische details over het model staan hier.

Gebouwen

De ketelhuizen en koeltorens van de IJsselcentrale 
[Foto Olaf Wevers]

De gebouwen van de IJsselcentrale zijn allemaal van mdf, met opgeplakte prints van bakstenen en in acrylplaat ingekraste ramen. Ze werden gebouwd door Rudi Bettman en Paul Busschers.Koeltorens
De koeltorens zijn door Anne Haverkamp gemaakt uit op elkaar geplakte, schuin uitgesneden schijven polystyreen van 2 cm dik. Die zijn daarna gestukadoord en geschuurd om de juiste vorm te krijgen. Vanwege plaatsgebrek zijn alleen de grootste 3 van de 5 koeltorens geplaatst. En niet op schaal 1: 87, zoals de rest van de clubbaan. 

Ze zouden dan 70-75 cm hoog worden en dat werd als te prominent aanwezig gezien. Ze zijn daarom 50 cm hoog gemaakt. 
De koeltorens zijn binnenin voorzien van ultrasone luchtbevochtigers, zodat er stoom uit de torens lijkt te komen.

Kolentip
Zoals bij de geschiedenis van het complex al is verteld, werden de kolenwagons gelost in een zoge­naamde kolentip. De tip op de clubbaan is gebouwd door Rudi Bettman uit losse messing profielen. Hij bestaat uit een kiepinstallatie, een ont­koppelingsrail en een buffer, allemaal aangedreven door een servomotor.

<Hier in de toekomst bij voorkeur een video van het tippen>

Kolenkraan en -depot
De kolenkraan is gemaakt door Paul Busscher uit onderdelen van een bouwpakket van de Amerikaanse firma Walthers. 
Aan de kant van de IJsselcentrale draait de kraan op een opvangsilo. Het andere einde van de kraan met de twee poten, wordt heen en weer getrokken door een nylon visdraad, die in een sleuf in het halfcirkelvormige muurtje loopt. Aan beide einden van het muurtje zit een micromotor om de draad heen en weer te trekken en zo de kraan aan te drijven. Deze aandrijving is het werk van Anne Haverkamp.

De kolenbunker, met kolentip, – silo en -kraan 
[Fotograaf onbekend]      

Van zijn hand is ook de constructie en voeding van de loopkat van de kraan. Aan beide einden van de brug zit weer een motor, voor het bewegen van de loopkat, voor het hijsen en laten zakken, en voor het openen en sluiten van de grijper.

De grijper gemaakt door Ben Vreeman.  
[
Foto Willem Jager]     

We wilden geen gebruik maken van een elektromagnetische grijper, vanwege de storende voedingsdraden en het onwerkelijke snel sluiten en openen. Ons alternatief werd – na eindeloze experimenten – bedacht en gebouwd door Ben Vreeman. 
De grijper is geëtst uit dun messing. Hij wordt aan twee kanten aan dunne nylon draadjes omhoog en omlaag bewogen. In het midden zit een derde draadje, dat ervoor zorgt dat de grijper open en dicht kan. Vermoedelijk is zoiets nooit eerder gemaakt op h0-schaal.